Voorwaarde nen3140

✅ Voorwaarden voor een NEN 3140 Groepenkastkeuring

1. Doel van de keuring

De keuring is gericht op het waarborgen van de veiligheid van de elektrische installatie in overeenstemming met de NEN 3140 norm. Hierbij worden zowel visuele inspecties als metingen en beproevingen uitgevoerd.


2. Toepassingsgebied

Deze voorwaarden gelden voor de groepenkast(en) binnen laagspanningsinstallaties die in gebruik zijn in:

  • Woonhuizen
  • Utiliteitsbouw (kantoren, scholen, winkels)
  • Licht-industriële toepassingen

3. Voorwaarden voorafgaand aan de keuring

3.1 Toegankelijkheid

  • De groepenkast moet goed toegankelijk zijn.
  • Panelen, afdekkappen en deuren dienen zonder obstakels te kunnen worden geopend.
  • Sleutels of toegangsbevoegdheden moeten beschikbaar zijn voor de inspecteur.

3.2 Spanningsloos maken

  • Indien nodig moet de installatie spanningsloos worden gemaakt (indien dit vereist is voor veilige inspectie of metingen).
  • Dit dient te gebeuren in overleg met de verantwoordelijke installatiebeheerder of opdrachtgever.

3.3 Aanwezigheid van documentatie

De volgende documenten dienen beschikbaar te zijn:

  • Installatieschema’s
  • Eventueel eerder keuringsrapport
  • Rapport van wijzigingen of uitbreidingen aan de installatie

3.4 Installatie in bedrijfszekere staat

  • De installatie moet zich in normale bedrijfstoestand bevinden.
  • Loshangende draden of tijdelijke voorzieningen zijn niet toegestaan (tenzij correct en veilig uitgevoerd).

4. Uit te voeren inspecties (volgens NEN 3140)

4.1 Visuele inspectie

  • Controle op juiste codering en markering van groepen
  • Controle op beschadigingen, veroudering, corrosie of brandsporen
  • Controle op juiste aarding en potentiaalvereffening
  • Controle op juiste afwerking en bevestiging van bedrading
  • Aanwezigheid en leesbaarheid van schema’s en keuringsstickers

4.2 Metingen en beproevingen

  • Isolatieweerstandsmetingen
  • Aardlekschakelaar-test (uitschakelstroom en tijd)
  • Continuïteit van beschermingsleidingen
  • Controle van foutstroombeveiligingen (indien van toepassing)

5. Randvoorwaarden en verantwoordelijkheden

5.1 Verantwoordelijkheid opdrachtgever

  • Zorgdragen voor een veilige werkomgeving tijdens de keuring
  • Faciliteren van benodigde toegang en documentatie
  • Informeren van personeel over mogelijke spanningsonderbrekingen

5.2 Verantwoordelijkheid inspecteur

  • Werken volgens de geldende normen (NEN 3140)
  • Gebruik van gekalibreerde meetapparatuur
  • Rapporteren van afwijkingen en aanbevelingen

5.3 Calamiteiten of afwijkingen

Indien gevaarlijke situaties worden aangetroffen (directe risico’s), kan de inspecteur in overleg besluiten om de installatie (deels) buiten gebruik te stellen.


6. Rapportage en opvolging

  • Een schriftelijk rapport met de bevindingen wordt binnen 5 werkdagen na inspectie verstrekt.
  • Bevindingen worden geclassificeerd volgens de richtlijnen:
    • Goedkeur (installatie voldoet)
    • Afkeur (installatie voldoet niet – directe actie vereist)
    • Opm. (opmerkingen/aanbevelingen – geen directe actie vereist)

7. Frequentie van keuring

  • De keuring dient periodiek te worden herhaald, afhankelijk van de omgeving, belasting en gebruiksfrequentie.
  • Richtlijn voor herhaling: elke 3 tot 5 jaar, of bij aanpassingen aan de installatie
flyer keuring
klik voor de voorwaarde,s